Wat is een bunionette?

Een bunionette of tailor’s bunion is een pijnlijke, uitstekende knok aan de buitenzijde van de voet, net onder de kleine teen. De pijn ontstaat door wrijving in de schoen. Een bunionette lijkt op een hallux valgus van de kleine teen. Soms zit er ook een slijmbeursontsteking op de knok, waardoor de zwelling in grootte toe en af kan nemen. De naam tailor’s bunion komt van kleermakers die vroeger langdurig in kleermakerszit op de grond zaten en met de knok onder de kleine teen over de grond schuurden, waardoor pijn ontstond.

De meest voorkomende oorzaken van een bunionette

Bij een bunionette steekt het uiteinde van het 5e middenvoetsbeentje, het lange bot onder de kleine teen, te ver naar buiten. Hierdoor ontstaat een pijnlijke knok aan de buitenzijde van de voet, net onder de kleine teen. Dit kan komen door:

  • Een brede voorvoet, waardoor er relatief te weinig ruimte is in de schoenen
  • Een groot uiteinde van het 5e middenvoetsbeentje (Type I)
  • Een uitbochting naar de zijkant van het 5e middenvoetsbeentje (Type II)
  • Een toegenomen hoek tussen het 4e en 5e middenvoetsbeentje (Type III)
  • Een bunionette komt vaker voor bij mensen met een hallux valgus (een pijnlijke knok van de grote teen).
  • Het dragen van te smalle schoenen van stug materiaal of naden over de knok

Wat zijn de klachten van een bunionette?

Bij een bunionette is er pijn, roodheid en zwelling van de knok aan de buitenzijde van het uiteinde van het 5e middenvoetsbeentje. Deze klachten ontstaan door wrijving in de schoen. Door veel wrijving kan er een slijmbeurs ontsteking op de knok optreden die de zwelling nog groter maakt. Ook kan er eelt of een eeltpit op de plek van de knok komen wat de plek nog pijnlijker maakt. Het langer dragen van schoenen en het langer staan en lopen geven meer klachten.

Hoe stel je de diagnose bunionette?

Mensen klagen over pijn net onder de kleine teen bij het dragen van schoenen. Er is een pijnlijke, rode knok te zien bij lichamelijk onderzoek en op de röntgenfoto zie je dat het uiteinde van het 5e middenvoetsbeentje meer naar buiten toe steekt en dat de weke delen daar overheen dikker zijn.

Hoe behandel je een bunionette?

Het advies is om schoenen met voldoende ruimte aan de voorzijde te dragen (er zijn schoenen in allerlei breedtematen te koop), van zacht materiaal en geen naden over de knok. Ook kan de schoenmaker een leren schoen uitrekken ter plaatse van de knok. Er bestaan siliconen bescherm laagjes om over de knok te dragen die de wrijf,- en schuifkrachten op de huid verminderen. Ook kan er door een op maat geknipt vilt laagje rondom de knok, druk van de knok afgehaald worden.

Wanneer de klachten onvoldoende verbeteren door deze niet-operatieve aanpassingen zijn er operatieve mogelijkheden. Welke operatie dat is, hangt af van de oorzaak en de grootte van de bunionette.

Wat zijn de mogelijke operaties voor een bunionette?

Bij de bunionette operatie wordt de pijnlijke knok die aan de buitenzijde van de kleine teen zit verwijderd, zodat de knok niet meer zo ver uitsteekt, schuurt in de schoen en pijnklachten geeft. Heel soms is het voldoende om alleen een deel van de buitenzijde van het kopje van het 5e middenvoetsbeentje te verwijderen, wanneer er een heel groot uiteinde van het 5middenvoetsbeentje is (Type I). Veruit de meest voorkomende operatie bij de bunionette is een chevron vormige osteotomie van het uiteinde van het 5middenvoetsbeentje. Hierbij wordt een snee aan de buitenkant van de voet over de knok gemaakt, een stukje van de knok verwijderd en vervolgens wordt een chevron vormige zaagsnede in het uiteinde van het 5e middenvoetsbeentje gemaakt. Het uiteinde van het middenvoetsbeentje wordt naar binnen toe verplaatst en de botdelen worden met een klein schroefje aan elkaar vastgemaakt. Dit schroefje wordt verzonken en hoeft niet meer verwijderd te worden.

In uitzonderlijke gevallen moet er een osteotomie aan het begin van het 5e middenvoetsbeentje worden gedaan, waarbij er een open wig gecreëerd wordt en het gehele middenvoetsbeentje veranderd qua positie naar binnen toe. Alle 3 de beschreven technieken zijn operaties in dagbehandeling.

Wat is de nabehandeling?

Na de operatie krijgt u een drukverband om de voet en een platte verbandschoen, waarmee u 4 weken loopt en de voet rust krijgt. Leg de geopereerde voet vooral de eerste paar weken goed hoog en loop de eerste week zo min mogelijk. De geopereerde voet kunt u met de platte verbandschoen wel direct na de operatie al belasten. Houdt er rekening mee dat u na de operatie een tijd rustiger aan moet doen en niet direct alles weer kunt. Hoe uw revalidatie traject precies verloopt hangt af van de gebruikte operatietechniek en van de snelheid van uw persoonlijke herstel.

Het verband blijft gedurende 1 week om de voet. Na een week wordt het verband verwijderd op uw wondverbandspreekuur. De hechtingen zij oplosbaar dus hoeven niet verwijderd te worden. U loopt daarna nog 3 weken op de platte verbandschoen. 4 weken na de operatie komt u terug op de poli bij de operateur met een röntgenfoto. Wanneer deze foto goed herstel laat zien mag u na 4 weken weer op uw eigen (stevige) schoen gaan lopen. Het duurt vaak nog wel een aantal weken voordat u weer langere tijd kan staan en lopen.

De anesthesist zorgt voor goede pijnstilling in de vorm van een zenuwblokkade en u krijgt een recept mee naar huis voor krachtige pijnstillers, waarmee de pijn na de operatie vaak meevalt.

Ondanks perfect steriele omstandigheden tijdens de operatie bestaat er altijd een kleine kans op een wondproblemen of een infectie bij een operatie aan de voet. Andere complicaties die in een klein percentage van de operaties voorkomt zijn stijfheid van het gewricht van de kleine teen, over correctie of onder correctie van de kleine teen, het niet aan elkaar groeien van het bot en gevoelloosheid of tintelingen van de voet, doordat een huidzenuw beschadigd of verkleefd raakt tijdens de operatie.